Dit is de tijdelijke website van P'A'S. De volwaardige website is nog in opbouw en deze website is tijdelijk opgezet om ons terug te vinden op het internet.

woensdag 29 februari 2012

Advies P'A'S mbt het ontwerpbesluit tutoring


Het P'A'S is de overkoepeling van alle 'allochtone' en interculturele studentenverenigingen in Vlaanderen. P'A'S behartigt de belangen van 'allochtone' studenten en potentiële studenten ten aanzien van het onderwijsbeleid en streeft daarbij naar een evenredige vertegenwoordiging van 'allochtone' jongeren op alle onderwijsniveau's en in de ruime samenleving. Gezien tutoring vooral inzet op 'allochtone' kwetsbare jongeren, geven we graag ons advies mbt het ontwerpbesluit.

Algemene visie

P'A'S is opgetogen met het initiatief om tutoringprojecten op een meer structurele manier in te bedden en te financieren. Bestaande pilootprojecten tonen immers aan dat tutoring bijzonder positieve effecten heeft op de tutee, op de tutor en op de communicatie tussen school en ouders. De begeleiding op maat, de ondersteuning om te leren leren, de minder schoolse aanpak en de vertrouwensrelatie met  een positieve rolmodel hebben gunstige effecten op de schoolse resultaten, studievaardigheden, op het zelfbeeld en de motivatie van de jonge tutees. Op die manier leidt tutoring tot betere schoolprestaties en hogere doorstroomkansen naar het hoger onderwijs van kwetsbare (voornamelijk 'allochtone') jongeren. 

Ook voor de tutors zelf gaat het om een positieve leerervaring: naast de didactische vaardigheden die ze verwerven voelen ze zich gevaloriseerd door de vaststelling dat hun begeleiding ertoe doet. In het geval de tutors afkomstig zijn uit de blanke middenklasse, verwerven ze inzicht in de achterstellingsituatie waarin kwetsbare leerlingen zich bevinden, leren ze inspelen op de leefwereld en specifieke behoeften en communiceren met de ouders. Deze laatste voelen zich meer betrokken bij het schoolse gebeuren en leren hoe hun kinderen beter te ondersteunen bij huiswerk en studeren. Als er een goede terugkoppeling bestaat met de leerkracht, kan tutoring ook daar bijdragen tot minder vooroordelen en tot een meer gedifferentieerde aanpak in de klas.

P'A'S staat dan ook in het algemeen positief ten opzichte van het ontwerpbesluit tutoring. Toch hebben we enkele belangrijke bedenkingen en verbetervoorstellen die een optimaal effect van tutoring moeten garanderen.

Gebrek aan 'allochtone' betrokkenheid en participatie

Om tutoring tot haar volste recht te laten komen en de grootst mogelijke resultaten te boeken, hebben we echter nog een aantal cruciale verbetervoorstellen bij het huidige ontwerpbesluit. Concreet hebben we onze bedenkingen bij het gebrek aan 'allochtone' betrokkenheid in de inbedding, in de organisatie en in de tutoring zelf. Hierdoor laat het ontwerpbesluit heel wat kansen links liggen. 

Tutors zijn een rolmodel voor de jongere tutees die ze begeleiden. En geslaagde rolmodellen heb je maar wanneer de herkenbaarheid groot is tussen tutors en tutees. Uit de praktijk weet P'A'S dat verder studeren bij jongeren uit etnische minderheden véél beter kan worden gepromoot door 'allochtone' studenten(organisaties) dan door witte organisaties of blanke studenten. Ook andere instanties zijn het erover eens dat tutors die zelf uit de beoogde doelgroep komen een absolute meerwaarde bieden. Zo wijst de Europese Commissie in haar Groenboek Migratie en Mobiliteit inzake tutoringinitiatieven op het belang van rolmodellen uit etnische minderheden. De VLOR treedt deze stelling bij in haar advies tutoring.
Helaas blijkt uit het KBS- onderzoek 'Student tutoring: veel kansen in één' dat het slecht gesteld is met de tutor-representativiteit bij de gesubsidieerde pilootprojecten. De meeste tutors zijn blanke meisjes uit de middenklasse. Slechts een schamele 4% van de tutors zijn van niet-Belgische origine terwijl maar liefst 42,7% van de tutees niet het Nederlands als thuistaal hanteert (het precentage 'allochtone' tutees moet dus nog aanzienlijk hoger liggen).  Terwijl de 'allochtone' jongeren de hoofd-doelgroep zijn van tutoring blijven de 'allochtone' tutors een zeldzaamheid. Enkel de projecten in Antwerpen en Brussel scoren lichtjes beter.
Het gebrek aan allochtone tutors heeft natuurlijk voor een groot stuk te maken met de gehanteerde aanpak van de KBS-projecten. Die vertrekken allemaal vanuit het initiatief van hoger onderwijsinstellingen. Er bestaan nochtans ook tal van tutoring-initiatieven die uitgaan van 'allochtone' zelforganisaties of van de integratiesector. Denk maar aan de IQRA-projecten (voornamelijk in Antwerpen), aan vzw Mariam uit Gent, aan Prisma in Brussel, aan de meter- en peterprojecten van het Rabot etc.... Deze slagen er wel in om tutors uit de doelgroep zelf aan te trekken en te houden. Zij vallen voor de subsidiëring van tutoring echter uit de boot. 

Bovendien gaan de meeste van de door de KBS gesubsidieerde en onderzochte projecten hoofdzakelijk uit van de lerarenopleidingen. Het aantal studenten uit etnische minderheden is in deze opleidingen echter erg klein. Dat is het gevolg van negatieve schoolervaringen, het ondertussen vrij algemene hoofddoekverbod voor leerkrachten in het onderwijs en de vaak overdreven Vlaamse fixatie op taalfouten van anderstaligen. We betwisten niet dat voor blanke studenten lerarenopleiding tutoring een belangrijke leerschool kan zijn inzake diversiteit. Echter is de vraag of op termijn niet àlle lerarenopleidingen structureel tutoring moeten opnemen in hun curriculum dan wel dit op projectmatige wijze verder te zetten.

Verbetervoorstellen

Om op korte termijn een groter arsenaal aan 'allochtone' tutors aan te boren, is het belangrijk om de focus sterk uit te breiden en meer in te zetten op vrijwillige tutors die dit buiten een studieprogramma lerarenopleiding willen opnemen.  Dit kan door volgende maatregelen:
-        Belangrijke voorwaarde voor meer 'allochtone' tutors is een deftige verloning die rekening houdt met de werkelijke taakbelasting. De verloning mag niet enkel rekening houden met de ondersteuningssessies zelf maar ook met voorafgaande vorming, de tussentijdse feedbackmomenten en de voorbereidingen van de sessies zelf. Het getuigt van weinig respect om hun kennis van de doelgroep onbezoldigd in te schakelen terwijl het hier gaat om studenten die vaak op zoek zijn naar studentenjobs om hun studiebudget mee te spijzen en ze zelf zich ook voldoende tijd nodig hebben om zich op hun eigen studies te hard op hun eigen studies moeten concentreren. De bezoldiging moet dus voldoende groot zijn. Dat wil ook zeggen dat projecten die méér 'allochtone' tutors kunnen betrekken duurder zullen uitvallen dan volledig witte projecten. De beoordeling van projecten moet hiermee rekening houden uiteraard.
-        Een uitgebreidere vorming aanbieden voor 'allochtone' tutors uit andere studierichtingen dan de lerarenopleiding. Het voordeel van meer 'allochtone' vrijwilligers is bovendien dat deze langer dan één opleidingsonderdeel of studiejaar kunnen meedraaien als tutor.
-        Het aantal 'allochtone' tutors en de wijze waarop deze worden gevonden, geselecteerd, opgeleid en ondersteund als belangrijk selectiecriterium invoeren voor de te subsidiëren projecten
-        'allochtone' studentenverenigingen en zelforganisaties betrekken bij het opstellen van het project, bij de recrutering van de tutors en bij de uitvoering en evaluatie. De samenwerking met 'allochtone' zelforganisaties moet een belangrijk selectiecriterium worden voor te subsidiëren projecten. Let wel! Het is niet onze bedoeling dat bestaande goed draaiende initiatieven worden overgenomen door hoger onderwijsinstellingen. Wel willen we dat er méér initiatieven komen en dat ook de hoger onderwijsinstellingen hun verantwoordelijkheid opnemen. Het mag niet de bedoeling zijn dat hoger onderwijsinstellingen initiatieven recupereren, het geld opstrijken en de zelforganisaties vervolgens in een louter uitvoerende rol dwingen terwijl daar financieel niets tegenover staat.
-        Het subsidiebesluit opentrekken naar zelforganisaties van etnisch-culturele minderheden en andere organisaties die tutoring-initiatieven nemen. Vandaag de dag is er immers een enorme verscheidenheid aan initiatiefnemers met elk hun eigen meerwaarde. Initiatieven die uitgaan van zelforganisaties of van de integratiesector hebben als duidelijke meerwaarde dat ze vaak een grotere 'allochtone' betrokkenheid kunnen realiseren. Enkel de hoger onderwijsinitiatieven subsidiëren zal leiden tot een verschraling van de diversiteit.
-        Tutoringinitiatieven die vooral 'blanke' tutors inzetten, dienen sterk in te zetten op  de communicatie met de ouders en de kennismaking met de leefwereld. Hiertoe dienen ze vooral door te gaan bij de tutor thuis.
-        Teneinde deze zaken te bewaken, vragen we een grotere betrokkenheid van het 'allochtone' middenveld bij de selectie van de projecten. Concreet vragen we dat een studentenvertegenwoordiger van de doelgroep zelf wordt opgenomen in het selectiepanel. P'A'S is graag bereid hier een vertegenwoordiger voor aan te duiden.

Concrete wijzigingsvoorstellen:

Artikel 1+2+3+5+6+7:
aanvullen:  instellingen hoger onderwijs “ en zelforganisaties van etnische minderheden”...
Artikel 4:
leerlingen uit kansarme of kwetsbare “of allochtone” gezinnen,...
Artikel 5:
4° de manier waarop de tutor voor zijn of haar opdacht wordt beloond: “
- Indien de tutoring deel uitmaakt van het studieprogramma gebeurt de beloning via studiepunten.
- Indien de tutoring geen deel uitmaakt van het studieprogramma wordt de tutor verloond als jobstudent.”
Artikel 6:
.. een subsidie voor de coördinatie van de samenwerking tussen de begunstigde en de leerplichtschool, tussen tutor en tutee. “De subsidie behelst ook de degelijke verloning van de tutors”.
Artikel 7:
8° de samenwerking met andere onderwijsinstellingen “uit de regio, met 'allochtone' studentenorganisaties en/of zelforgansiaties” en eventuele partners;
“11° het verwachte aantal tutors dat zelf uit de doelgroep komt alsook de wijze van recruteren, selecteren, opleiden, opvolgen en verlonen.”
Artikel 8:
§1: De commissie is als volgt samengesteld:
“4°: één vertegenwoordiger van studentenorganisaties van etnische minderheden”
§2:
3° de mate waarin de doelstellingen van het project objectief evalueerbaar zijn, (voor de derde graad het aandeel tutees dat succesvol doorstroomt naar het hoger onderwijs)
4° de mate waarin voor student tutoring wordt samengewerkt met andere instellingen voor hoger onderwijs en centra voor volwassenenonderwijs “uit de regio, 'allochtone' studentenverenigingen of zelforganisaties” en/of andere partners;
“6° de mate waarin de gedifferentieerde aanpak achteraf wordt geïntegreerd in de klaspraktijk.”
“7° de mate waarin de kloof tussen school en thuismilieu wordt afgebouwd”

Bronnen:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten